1 Koningen 20:32

SVToen gordden zij zakken om hun lenden, en koorden om hun hoofden, en kwamen tot den koning van Israel, en zeiden: Uw knecht Benhadad zegt: Laat toch mijn ziel leven. En hij zeide: Leeft hij dan nog? Hij is mijn broeder.
WLCוַיַּחְגְּרוּ֩ שַׂקִּ֨ים בְּמָתְנֵיהֶ֜ם וַחֲבָלִ֣ים בְּרָאשֵׁיהֶ֗ם וַיָּבֹ֙אוּ֙ אֶל־מֶ֣לֶךְ יִשְׂרָאֵ֔ל וַיֹּ֣אמְר֔וּ עַבְדְּךָ֧ בֶן־הֲדַ֛ד אָמַ֖ר תְּחִֽי־נָ֣א נַפְשִׁ֑י וַיֹּ֛אמֶר הַעֹודֶ֥נּוּ חַ֖י אָחִ֥י הֽוּא׃
Trans.wayyaḥəgərû śaqqîm bəmāṯənêhem waḥăḇālîm bərā’šêhem wayyāḇō’û ’el-meleḵə yiśərā’ēl wayyō’mərû ‘aḇədəḵā ḇen-hăḏaḏ ’āmar təḥî-nā’ nafəšî wayyō’mer ha‘wōḏennû ḥay ’āḥî hû’:

Algemeen

Zie ook: Benhadad, Heup, Lenden, Israël (koninkrijk), Ziel

Aantekeningen

Toen gordden zij zakken om hun lenden, en koorden om hun hoofden, en kwamen tot den koning van Israël, en zeiden: Uw knecht Benhadad zegt: Laat toch mijn ziel leven. En hij zeide: Leeft hij dan nog? Hij is mijn broeder.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּחְגְּרוּ֩

Toen gordden zij

שַׂקִּ֨ים

zakken

בְּ

-

מָתְנֵיהֶ֜ם

om hun lenden

וַ

-

חֲבָלִ֣ים

en koorden

בְּ

-

רָאשֵׁיהֶ֗ם

om hun hoofden

וַ

-

יָּבֹ֙אוּ֙

en kwamen

אֶל־

tot

מֶ֣לֶךְ

den koning

יִשְׂרָאֵ֔ל

van Israël

וַ

-

יֹּ֣אמְר֔וּ

en zeiden

עַבְדְּךָ֧

Uw knecht

בֶן־

-

הֲדַ֛ד

Benhadad

אָמַ֖ר

zegt

תְּחִֽי־

leven

נָ֣א

Laat toch

נַפְשִׁ֑י

mijn ziel

וַ

-

יֹּ֛אמֶר

En hij zeide

הַ

-

עוֹדֶ֥נּוּ

-

חַ֖י

Leeft hij

אָחִ֥י

is mijn broeder

הֽוּא

dan nog? Hij


Toen gordden zij zakken om hun lenden, en koorden om hun hoofden, en kwamen tot den koning van Israël, en zeiden: Uw knecht Benhadad zegt: Laat toch mijn ziel leven. En hij zeide: Leeft hij dan nog? Hij is mijn broeder.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!